Afgelopen voorjaar overkwam mij iets bijzonders. Ik werd gebeld met de mededeling dat ik in aanmerking kwam voor een ‘lintje’, een Ridderorde, onder meer voor mijn werk op het gebied van ‘Kerk & Israël’. Deze onderscheiding ontving ik pas daadwerkelijk begin september, aangezien ik in april - wanneer de lintjes worden uitgereikt - als predikant op Curaҫao aan het werk was.

Maar deze uitgestelde ceremonie gaf mij de gelegenheid om enkele mensen uit te nodigen die zelf jarenlang hun bijdrage aan dit werk van ‘Kerk & Israël’ hebben geleverd en leveren. Mensen wier namen u regelmatig tegenkomt in Antenne en elders binnen onze Gereformeerde Kerk. Ik noem u enkelen van hen die aanwezig waren. Om te beginnen Leny Zintel, jarenlang mijn rechterhand als secretaris van de commissie Kerk & Israël Veluwe. Zonder haar had ik mijn werk als voorzitter niet kunnen doen. Ook noem ik Coby Klop. Het ‘wortelvrouwtje’ noemen we haar binnen de commissie, omdat ze altijd de nadruk legt op ‘de joodse wortels van ons christelijk geloof’. Dan Margreet Timmerman, altijd bescheiden op de achtergrond maar wel een continue factor binnen het werk. En tenslotte Annette van der Well, een van origine Ermelose, die zelfs Arabisch spreekt. Tot hen heb ik gezegd: “Zo’n lintje verdien je niet alleen. Het staat ook op jullie conto.’’ Wie niet aanwezig konden zijn, waren Han Wilhelm en ds. Stien van der Hout. Kanjers van mensen die het werk van ‘Kerk & Israel’ inhoudelijk droegen en dragen. ill 20 Beatrice kopieTenslotte noem ik nog Louise Katus, aan hervormde zijde. U wilt niet weten hoeveel zij voor de kerkbladen over Kerk & Israel heeft geschreven. Natuurlijk vergeet ik nu mensen want het werk gaat door. Bestuurlijk ligt het zwaartepunt van de commissie nu in Ede. In Ermelo trekken onze hervormde broeders en zusters er hard aan. Tijdens de uitreiking was ook Ronny Naftaniel aanwezig, voormalig directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en spokesman van de joodse gemeenschap. Hij was mijn eerste werkgever en een van de drie aanvragers van de onderscheiding. Hij staat voor mij symbool voor de levende dialoog met het Jodendom. Het mooiste aan het lintje vind ik echter dat ‘het de koning heeft behaagd’ om die dialoog en het werk van Kerk & Israël’ op waarde te schatten. Dat werk is niet een ‘hobby van joodse vriendjes’ zoals wij vaak horen, maar levert een wezenlijke bijdrage aan onze maatschappij. Een samenleving die gestoeld is op Bijbelse waarden, Israëls tien geboden, die wij hebben leren kennen door Jezus. Zonder die wortels (inderdaad, Coby) kunnen wij, christenen, niet geloven. Ja, wel in afgoden, in zelfverrijking, geweld, het recht van de sterkste, in een zuiver ras en noem maar op, maar niet in Zijn weg naar het koninkrijk van God. Die weg van recht en vrede voor alle mensen, zoals wij die leren kennen in Israëls Thora, de Tien Woorden van Mozes. Zonder kennis van die wortels kunnen we verdwalen. Voorbeelden te over. Dat het belang van die dialoog tussen Kerk & Israël en natuurlijk ook de andere religies ‘door de koning’ is erkend, daarvoor dank ik de aanvragers van het lintje en alle vrijwilligers. Zelf draag ik het stokje nu over.
ds. Beatrice L. Jongkind