Taal is een prachtig middel om uitdrukking te geven aan gevoelens. Woorden kunnen blijdschap uiten en dingen verhelderen. Maar ze kunnen helaas ook schade aanrichten in de vorm van roddels en ongenuanceerde meningen. Een monnik met de naam Jozef nam zich op een dag vol goede moed voor om heel zorgvuldig te zijn in het spreken. Maar gaandeweg de tijd moet hij erkennen dat hij zijn tong niet onder controle kan krijgen. Hij besluit advies te vragen aan de woestijnvader Nisteros.

Het leven van woestijnvader Nisteros is in mysteries gehuld. In het oude boek ‘de Woestijnvaderspreuken’ zijn maar een zestal spreuken aan hem gewijd. In een ander oud boek vinden we iets meer informatie over deze woestijnvader. Johannes Cassianus schreef ooit het boek ‘Gesprekken’. Het is een bloemlezing van 24 gesprekken met verschillende Egyptische woestijnmonniken. En maar liefst twee van de 24 gesprekken zijn met vader Nisteros. Hij wordt daarin omschreven als ‘zeer wijs’ en ‘buitengewoon in alle opzichten’. Iemand bij wie de monnik Jozef zeker terecht kon voor wat goed advies omtrent zijn voornemen. Als de monnik aanklopt bij Nisteros krijgt hij te horen dat hij zich niet moet focussen op spreken, maar juist moet gaan oefenen met luisteren. Op die manier kan Jozef leren om de aandacht van zichzelf naar de ander te richten. En zo ontstaat er in een gesprek ruimte en rust voor echte ontmoeting. Jozef hoeft zich niet verbaal op te dringen, maar mag eenvoudig leren er in stilte te zijn voor een ander.
Het idee van ‘luisterend aanwezig zijn’ is in het algemeen belangrijk voor monniken. Zij passen dit toe op onderlinge communicatie, maar ook op bidden. ‘Bidden is praten met God’ is een bekende uitspraak. Maar zo zien monniken het vaak niet. Voor hen bestaat bidden niet zozeer uit praten maar veel meer uit luisteren, een houding van actief stil zijn. Het Griekse woord dat de monnikenliteratuur voor deze houding gebruikt is ‘hesychia’. Dat is dat moment waarop bidden het stadium van ‘aandachtig zijn’ bereikt, gedragen door een diep besef van de aanwezigheid van God. Gebed is dan niet meer iets wat de monnik doet, maar iets wat hij is. Aandachtig zijn in de aanwezigheid van God.

Onze gedachten worden vaak beïnvloed door wensen en verwachtingen. Als we deze gedachten niet beter controleren tijdens het praten, ontstaat er een soort ‘innerlijke stem’ die over de ander redeneert en analyseert. Dit creëert een afstand tussen jou en degene met wie je praat. Monniken willen zo’n afstand voorkomen. Het verkleinen van de afstand wordt door hen omschreven als een afdalen van het hoofd naar het hart. Het hart wordt dan een plek waar denken en voelen samenkomen. Het hart wordt dan een plek van gelijkwaardige ontmoeting. Daar doe je niks, daar ben je. Daar moet je niets van de ander, daar ontmoet je de ander.

De monnik wil God en de medemens ontmoeten in alle eerlijkheid en rust. Nisteros advies is helder: begin met luisteren. Stop met de drang om te praten en jezelf te profileren. Stop met anderen te verdrinken in gedachtestromen die door je hoofd gaan. Probeer werkelijk aandacht te hebben. Ontmoet de ander in een ruimte van actief stil zijn. Deze luistervaardigheid kan diepe rust geven en verder helpen. Dat is wat de monniken al heel lang geleden leerden in het ontmoeten van elkaar en het zoeken naar God.

Aan het einde van het tweede gesprek dat beschreven staat in het boek ‘Gesprekken’ geeft Nisteros nog een advies;‘Leer de Bijbel uit je hoofd, zodat je de hele dag over Gods woorden kan nadenken’. Voor ons klinkt dat als een wat overdreven opdracht. We kunnen alles gewoon online opzoeken tegenwoordig en hebben het dan zo bij de hand. Waarom Bijbelteksten uit het hoofd leren? Voor monniken in die tijd was het een heel normaal advies. Woestijnvaders kenden vele teksten uit hun hoofd. En ergens heeft die opdracht ook weer alles te maken met ‘luisterend aanwezig zijn’. Het is een aanmoediging om elke keer opnieuw te lezen, het te onthouden en echt te luisteren naar wat de tekst te zeggen heeft. De tekst niet teveel bevragen, maar eenvoudig laten spreken en met je meedragen.
‘Luisterend aanwezig zijn’ kan je oefenen door Bijbelteksten te lezen, naar Bijbelverhalen te luisteren. Elke keer opnieuw. Door ze aan elkaar, groot en klein, te vertellen.

De vakantieperiode is langzaam aangebroken en we wensen elkaar dan natuurlijk veel rust en ruimte, plezier en een mooie tijd. Maar ergens zou het toch ook fijn zijn als je tijdens deze vakantieperiode ook wat inspiratie vindt. Iets vindt, ontvangt waarmee je in, maar ook na die vakantie weer verder kunt? Pak daarom de komende weken die Bijbel er weer eens bij. Letterlijk of online. Lees eens zo’n oud verhaal, wat je misschien al heel vaak of niet zo vaak hebt gehoord. Thuis, onderweg of op je vakantiebestemming. Lees je kinderen of kleinkinderen eens je lievelingsverhaal voor uit de kinderbijbel. Kijk met je gezin een verfilming van een Bijbels verhaal. En oefen jezelf zo eens in ‘luisterend aanwezig zijn’. Dan kom je op verhaal. En dan kom je zeker niet alleen uitgerust, maar ook geïnspireerd en met wat wijsheid terug van vakantie!
ds. Jeannet van Doorn